Home Beglazing Plaatsen van neuslatten

Plaatsen van neuslatten

Plaatsen van houten neuslatten

Benodigdheden

  • Neuslatten

    Kies voor FSC/PEFC- (gemodificeerd/geacetyleerd) naaldhout, FSC/PEFC-loofhout of geperste steenvezel. Kies voor een houtsoort in een duurzaamheidsklasse afgestemd op de gebruiksklasse (NEN-EN 335). Meer info >>

1.

De verticale glaslatten inkorten en de glaslatten of profielen op de onder- en tussendorpels verwijderen en afvoeren. Tussen de glaslatten op de stijlen die aansluiten op de nieuw aan te brengen neuslat een ruimte vrijhouden van 4 mm.

2.

Oud celband en kit verwijderen. De sponningen reinigen en het glas bij de neuslatten reinigen en ontvetten.

3.

De nieuwe en gegronde neuslatten op maat maken en voorboren met een onderlinge afstand van ca 300 mm. Tussen de uiteinden van de glaslatten en het eerste boorgat een afstand houden van maximaal 50 mm. Boorgaten opruimen zodat de lenskopschroeven gelijk vallen met de bovenzijde van de neuslatten.

4.

De sponningen, afgezaagde kanten en boorgaten van de nieuwe neuslatten gronden met watergedragen grondverf of een sneldrogend oplosmiddelhoudende grondverf in een minimale droge verflaagdikte van 100 micrometer.

5.

Zelfklevend celband aanbrengen op de nieuwe neuslatten zodat een kitvoegdiepte van 6 mm en een kitvoegbreedte van 4 mm ontstaat.

6.

In de boorgaten aan de onderzijde van de neuslatten ronde neuslatclips plaatsen van 5 mm dikte.

7.

Het celband van de neuslatten goed tegen het glas plaatsen. De neuslatten aan de voorzijde voldoende ontluchten, minimale breedte 5 mm. De neuslatten bevestigen met RVS lenskopschroeven, minimale hechtlengte in het hout is 20 mm.

8.

De voegen en de vrije ruimte tussen de glaslatten en de stijlen afkitten met een elastische beglazingskit. Kitvoegen aan de bovenzijde van tussen- en onderdorpels afwaterend onder een hoek van 15° aanbrengen.

Houtstof van loofhout is ingedeeld als kankerverwekkend. Houtstof van naaldhout kan allergische reacties opwekken en ontstekingen veroorzaken. Gebruik huid- en adembescherming (minimaal met FFP3) bij werkzaamheden aan hout. Voor blootstelling aan houtstof geldt een wettelijke norm van 2 mg/m3 (gemeten over een achturige werkdag).